Opdracht

De opdracht die de leerlingen krijgen moet aangepast worden aan hun leeftijd en de vaardigheden die ze op dit vlak al bezitten. 

In groep 3/4 voeren zij onder begeleiding een zoekterm in. Bijvoorbeeld iets uit het nieuws. Vervolgens gaan ze kijken of het nieuws op internet anders is dan het nieuws in bijvoorbeeld het Jeugdjournaal of in de krant. Vanaf naar verwachting half groep 4 mag verwacht worden dat de leerlingen hier ook een verslagje van maken, bijvoorbeeld in de vorm van een mindmap met alle links en nieuwsuitingen. 

Vanaf groep 5/6 gaan de leerlingen verschillende zoektermen met elkaar combineren en kunnen zij googelen zonder begeleiding. Geef hen wel hints voor de zoektermen. In deze app is het niet mogelijk een parenting-filter aan te zetten, dus houd wel in de gaten wat de leerlingen vinden. Geef hen ook hier een opdracht waarin zij een vergelijking moeten maken met bestaande media. Het nieuws leent zich hier goed voor.

Vanaf groep 7/8 kunnen leerlingen zelf zoektermen gaan bedenken. Ook moeten zij de gevonden informatie zelf beoordelen en een bronnenlijst aanleggen met argumenten waarom deze bronnen betrouwbare informatie bevatten. 

Leerdoel

Dit lesidee draagt bij aan de volgende mediawijzer-competenties: 
B1. Inzicht hebben in de medialisering van de samenleving
B3. Zien hoe de media de werkelijkheid kleuren 
G1. Apparaten, software en toepassingen gebruiken 
G2. Oriënteren binnen mediaomgevingen
C1. Informatie vinden en verwerken 

Het sluit specifiek aan op het tussendoel C1 niveau 1 tot en met 3.

Niveau 1: de leerling kan diverse gedrukte, digitale en audiovisuele informatiebronnen benutten om informatie te vinden. Kan bij verschillende informatiebehoeften het juiste medium kiezen. 
Niveau 2: de leerling kan de betrouwbaarheid van informatie beoordelen. Kan de aard van informatiebronnen inschatten: weet bijvoorbeeld informatieve bronnen van entertainmentbronnen te onderscheiden. 
Niveau 3: de leerling kan (crossmediaal) schakelen tussen diverse informatiebronnen. Weet diverse online informatiebronnen te benutten. Weet het volledige kennisreservoir van het internet efficiënt te ontsluiten. Kan informatie van diverse bronnen met elkaar vergelijken en de gevonden informatie synthetiseren. Kan binnen het totale (gevraagde en ongevraagde) informatieaanbod relevante informatie selecteren.    
Maak het niveau geleidelijk moeilijker, door eerst samen te zoeken, vervolgens de leerlingen zoektermen aan te leveren en ze dan samen te bedenken. Laat hen stap voor stap los in het zelf zoeken. Zorg dat altijd bespreekbaar is wat er op het internet is gevonden, hoe schokkend dat soms ook is. 

Voorwaarden

• Kennis van de app en bediening ervan
• Andere media, bijvoorbeeld nieuwsuitzending of kranten
• Zoektermen die de jongere leerlingen kunnen gebruiken

Stappenplan

1. Zorg dat aan alle voorwaarden voldaan is
2. Bespreek de opdracht met de leerlingen of geef hen een opdrachtbeschrijving
3. Begeleid de leerlingen in het zoeken van informatie
4. Begeleid de leerlingen in het beoordelen van de informatie, stel kritische vragen
5. Begeleid de leerlingen in het verslag doen van de gevonden informatie
6. Beoordeel de informatie die de leerlingen verzameld hebben, leg de nadruk op het beoordelen van gevonden informatie

Tip voor thuis

Leerlingen worden soms thuis te snel achter een computer gezet en niet in de gaten gehouden. Soms komt een kind, ook vaak onbedoeld, op sites terecht met informatie die niet voor kinderen bestemd is. Zorg ervoor dat u als ouder thuis af en toe in de geschiedenis kijkt wat er gevonden is. Maak dit bespreekbaar.