Opdracht

Doe elke dag de opdrachten van Beter spellen of 1x in de week de opdrachten van alle dagen.

Leerdoel

Verbeter je "referentieniveau" voor spelling. Er zijn drie niveaus. Scoor je maximaal op 1F dan kun je op een hoger niveau gaan oefenen (=2F of 3F).
Is 1F te moeilijk ga eerst "Beetje spellen" doen.

Voorwaarden

• De leerkracht weet het e-mailadres en het wachtwoord waarmee de leerling inlogt.
• De leerling mag tussentijds niet zomaar het wachtwoord veranderen.

Stappenplan

1. De leerkracht bekijkt de resultaten van de leerling van één week bij scoreverloop.
2. De leerkracht verzamelt elke week de fouten die gemaakt zijn en kopieert dit op een blad.
3. Het blad met fouten wordt uitgeprint en in een map gestopt.
4. Op het blad met fouten worden de spellingsregels besproken en kort opgeschreven.
5. Probeer als leerkracht erachter te komen "waarom" een fout steeds gemaakt wordt.
6. Laat de leerling zelf de spellingsregel verwoorden en luister of er een denkfout gemaakt wordt.
7. Niet alleen het weten van spellingsregels ,maar ook verkeerd articuleren en het niet weten van de betekenis van een woord kunnen oorzaken zijn van verkeerde spelling.
8. Noteer de oorzaak van de fout en noteer wat de leerling moet onthouden.
9. Door dit in een map te verzamelen kan er gekeken worden of fouten zich blijven herhalen of verdwijnen.

Tip voor thuis

Kijk samen naar het scoreverloop. Je kunt ook zien of andere kinderen het ook moeilijk vonden die dag.