Opdracht

1. Bespreek met elkaar de randvoorwaarden waaraan een goede mindmap moet voldoen. Deel een hand-out uit of beperk je tot een kort en duidelijk filmpje, zoals:

 (het voorbeeld van de mindmap woordsoorten komt hier ook kort voorbij).
2. Leerlingen gaan aan de slag met (een eerste opzet van) de mindmap met behulp van mindmapapps, zoals SimpleMind of BigMind. Alternatief (als de technologie niet meewerkt): deel A3-papier uit en laat leerlingen in duo's of drietallen een eerste opzet maken van de mindmap. Verwijs terug naar het lesboek voor een overzicht van de woordsoorten. Het hele idee is namelijk dat de leerlingen (nogmaals) actief aan de slag gaan met die lesstof en niet alleen maar opschrijven wat ze (samen) nog weten. Voor de methode "Op Niveau" zijn dat pp. 273-274.
3. Ga niet zelf achter je bureau zitten nakijken o.i.d., maar loop continu rond om de voortgang te bekijken en in gesprek te raken met leerlingen over de leerstof. Geef feedback waar nodig en benadruk dat het eindresultaat voor wat deze opdracht betreft een plaatje en beschrijving van elke woordsoort moet opleveren. Dit zijn er aardig wat, dus er moet goed overlegd worden over hoe de ruimte op het A3-papier benut gaat worden.
4. Trek meerdere lessen uit voor deze werkvorm. Laat het na de eerste les niet verdwijnen tussen de coulissen, maar laat leerlingen er actief aan werken in je les. Reserveer zo twee of drie lessen en als je tot de conclusie bent gekomen dat alle groepjes goed op dreef zijn, dan kun je besluiten om de mindmaps buiten de les te voltooien.
5. Op een door jou te bepalen tijdstip leveren de groepjes hun mindmaps in.
6. Geef korte feedback op de achterkant van de mindmap. Zeg altijd iets aardigs over de visuele aard van de mindmap; er zit namelijk vaak veel tijd in. Zeg iets over de mate waarin het groepje het leerdoel heeft bereikt. Probeer als het even kan een onvoldoende voor dit soort creatieve opdracht te vermijden. Dat demotiveert heel erg bij toekomstige (soortgelijke) creatieve opdrachten. Geef een groepje waarbij de mindmap niet echt uit de verf is gekomen in dat geval liever een 6 of 6,5. Dan is de boodschap ook duidelijk. Bij andere, "echte" toetsen kun je altijd nog volop de oude schaal van 1 t/m 10 gebruiken.

Leerdoel

1. Leerlingen verwerven kennis van de woordsoorten uit de Nederlandse taal.
2. Leerlingen leren een abstract kennisdomein visueel organiseren en vormgeven.
3. Leerlingen leren samenwerken en keuzes maken met betrekking tot het organiseren, uitwerken en vormgeven van een kennisdomein als Nederlandse woordsoorten.

Voorwaarden

• Kennis van de app en bediening ervan

Stappenplan

1. Zorg dat aan alle voorwaarden voldaan is
2. Bespreek de opdracht met de leerlingen of geef hen een opdrachtbeschrijving